banner_loonkostenvoordelen-lkv_s

Loonkosten voordelen

Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL)

Loonkosten voordelen

De Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) die eind 2015 door de beide Kamers werd aangenomen, brengt verandering in het betalen van de premies werknemersverzekeringen.

Met de nieuwe wet zijn we weer twee nieuwe instrumenten rijker: het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het loonkostenvoordeel (LKV). Het LIV is al per 1 januari 2017 ingevoerd, het LKV volgt per 1 januari 2018. Een andere nieuwkomer is het jeugd-LIV. Met de invoering van de nieuwe regels verdwijnt er oude regelgeving en zijn er altijd bijzondere situaties waarvoor overgangsregelingen worden uitgedokterd.

In een serie van drie artikelen praten wij u bij over deze tegemoetkomingen in het loondomein. In dit tweede deel belichten we het loonkostenvoordeel (LKV). In het eerste deel kwamen het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het daarvan afgeleide jeugd-LIV aan de orde. In het derde deel zetten we alle bijzondere situaties en overgangsregelingen voor u op een rijtje.

Attentie! Waar wij hierna spreken over de werknemer, ‘hij’ en ‘zijn’, kunt u ook lezen de werkneemster, ‘zij’ en ‘haar’.

1. De Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) in kort bestek

De Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) beoogt werkgevers te stimuleren werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te houden of te nemen. De nieuwe instrumenten komen in de plaats van de premiekortingen die u zelf berekende bij de aangifte loonheffingen.

Drie stimuleringsinstrumenten
Onder de WTL zijn er drie nieuwe stimuleringsinstrumenten ontwikkeld:

1. Het lage-inkomensvoordeel (LIV, per 1 januari 2017);
2. Het loonkostenvoordeel (LKV, per 1 januari 2018); en
3. Het jeugd-LIV (per 1 januari 2018).

De nieuwe voordelen bereiken u niet in de vorm van een korting op de premies werknemersverzekeringen, maar als een vast bedrag per werknemer per uur dat u achteraf ontvangt. Hierna leest u alles over het loonkostenvoordeel (LKV) dat per 1 januari 2018 van kracht wordt.

hr-admin-digitaliseren-1

 

Actuele medewerker- en organisatiedata vormen de basis van je digitale HR-administratie. In het HRM-systeem van Visma | Raet beheer je eenvoudig medewerkergegevens. Op organisatieniveau leg je de organisatiestructuur vast inclusief afdelingen, kostenplaatsen etc.

HR administratie software

salarisadministratie-1



Hoe zorg je altijd voor een up-to-date en foutloze salarisadministratie? Met onze online salarisadministratie, ver doorgevoerde automatisering en ondersteuning op cao’s en wet- en regelgeving, word je optimaal ontzorgt. Zo ben je zeker van de juiste loonstrook en dat je altijd de juiste bedragen betaalt.

Salarisadministratie software

digitale-personeelsdossiers-1

Altijd en overal inzicht in actuele digitale personeelsdossiers. Of het nu gaat om salarisstroken, jaaropgaven, arbeidsovereenkomsten of diploma’s, medewerkers en managers kunnen er eenvoudig bij en voegen zelf documenten toe.


Digitale personeelsdossiers

2. Het loonkostenvoordeel (LKV)

U maakt aanspraak op loonkostenvoordeel (LKV) als u werknemers uit bepaalde, hierna nader omschreven doelgroepen uitkeringsgerechtigden in dienst neemt. Het loonkostenvoordeel komt in de plaats van het bestaande stelsel van premiekortingen. In tegenstelling tot de huidige premiekortingen, ontvangt u een vast bedrag per werknemer per uur.

Voor welke werknemers?
Het LKV geldt voor vier groepen werknemers:

  • Oudere werknemers (minimaal 56 jaar bij indiensttreding);
  • Werknemers die onder de banenafspraak vallen;
  • Arbeidsgehandicapte werknemers (o.a. WAO en WIA);
  • Herplaatste arbeidsgehandicapte medewerkers.

De bedragen en de duur van het LKV (zie hierna) kunnen per doelgroep verschillen, maar de werknemers om wie het gaat moeten in alle gevallen uitkeringsgerechtigd zijn.

Vier soorten
Per 1 januari 2018 zijn er voor de genoemde groepen werknemers vier soorten LKV’s:

  • LKV oudere (56+) medewerker;
  • LKV medewerker die onder de doelgroep banenafspraak valt;
  • LKV arbeidsgehandicapte medewerker;
  • LKV arbeidsgehandicapte medewerker die wordt herplaatst.

Uitkering achteraf
Een belangrijke overweging voor de nieuwe regelgeving is dat kleinere werkgevers onder de bestaande regels niet volledig kunnen profiteren van de premiekortingen, doordat ze niet genoeg premies werknemersverzekeringen betalen om de volledige korting te kunnen toepassen. Bovendien wil de overheid wil kunnen beoordelen of uw organisatie voor het LKV in aanmerking komt, zonder dat daar nieuwe informatie voor nodig is. De informatie moet dus al beschikbaar zijn bij de Belastingdienst, UWV of de gemeente. Om die reden is gekozen voor een systeem waarbij u de korting niet meer verrekent met de verschuldigde premies werknemersverzekeringen - zoals nu het geval is - maar pas na afloop van het kalenderjaar als tegemoetkoming terugkrijgt.

Doelgroepverklaring
Om een LKV voor een werknemer te ontvangen, heeft u in beginsel (maar niet altijd, zie hierna) een doelgroepverklaring van UWV of de gemeente nodig. In de verklaring staat dat de werknemer voorafgaand aan zijn dienstverband bij uw organisatie recht had op een uitkering. De werknemer moet deze verklaring zélf aanvragen bij de instantie die zijn uitkering betaalt: UWV of de gemeente. Voorts kan de werknemer uw organisatie machtigen de doelgroepverklaring rechtstreeks naar u te laten verzenden. Op deze hoofdregel geldt één uitzondering, zie hierna.

Eén uitzondering
Als u nu al gebruikmaakt van de premiekorting oudere of arbeidsgehandicapte werknemer en op 1 januari 2018 nog niet de volledige looptijd van die premiekorting hebt opgebruikt, dan mag u de resterende periode LKV toepassen zonder doelgroepverklaring. Hiervoor gelden drie voorwaarden:

  • U geeft in uw aangifte loonheffingen over het laatste aangiftetijdvak van 2017 aan dat u voor een werknemer de premiekorting oudere of arbeidsgehandicapte werknemer toepast.
  • U vult in deze aangifte ook een bedrag aan premiekorting in.
  • U geeft in de aangiften loonheffingen over 2018 aan dat u één of meer LKV’s voor deze werknemer wil aanvragen. Het soort LKV moet overeenkomen met de premiekorting waarop u recht had in het laatste aangiftetijdvak van 2017.


Attentie!
 Als u verzuimt te voldoen aan (een van) de eerste twee voorwaarden, kunt u dat uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.


Bestaande gevallen
Als u op dit moment werknemers in dienst heeft voor wie u een premiekorting krijgt, ontvangt u voor hen per 1 januari 2018 LKV. De periode dat u al premiekorting voor hen ontving, wordt afgetrokken van de totale duur van het LKV.

Attentie! Voor oudere en arbeidsgehandicapte werknemers die wél zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, komt u wel in aanmerking voor een LKV. Deze groep werknemers valt niet onder de doelgroep van de banenafspraak.

Einde premievrijstelling marginale arbeid
Tegelijk met de invoering van het LKV vervalt de premievrijstelling marginale arbeid. De vrijstelling houdt (nu nog) in dat u geen premies werknemersverzekeringen hoeft af te dragen voor uitkeringsgerechtigden die voor maximaal zes weken in dienst komen. Denk aan seizoenarbeiders of vakantiekrachten. Volgens het kabinet is deze vrijstelling niet inpasbaar in de nieuwe regelgeving en bovendien wordt zij weinig gebruikt en is daarmee niet effectief. De meeste werkgevers geven de voorkeur aan uitzendkrachten voor kortdurende werkzaamheden.

Hoogte en duur
De hoogte en duur van het LKV worden als volgt berekend:

  • Het LKV voor het aannemen van arbeidsgehandicapte werknemers en/of oudere werknemers (minimaal 56 jaar bij indiensttreding) bedraagt €3,05 per werknemer per uur met een maximum van €6.000 per werknemer per jaar. U krijgt dit voordeel gedurende maximaal drie jaar. Als u een arbeidsgehandicapte werknemer herplaatst, heeft u één jaar recht op het voordeel;
  • Het LKV voor werknemers die onder de doelgroep van de banenafspraak vallen, bedraagt €1,01 per werknemer per uur met een maximum van €2.000 per werknemer per jaar. Dit voordeel krijgt u gedurende maximaal drie jaar.


Uitvoeringsprocedure
De hoofdregel luidt: UWV berekent, de Belastingdienst betaalt uit. In de tijd is dit als volgt geregeld:

  • Vóór 15 maart stuurt UWV u een overzicht van alle werknemers voor wie u in het voorafgaande kalenderjaar een verzoek om een LKV heeft gedaan, met de beoordeling en een berekening van de tegemoetkomingen. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van uw loonaangiften, inclusief verzoeken die uiterlijk 31 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar, zijn ingediend. U kunt hierop nog correctieberichten indienen, zie hierna. Vervolgens overlegt UWV het overzicht aan de Belastingdienst.
  • Uiterlijk 1 augustus ontvangt u een beschikking van de Belastingdienst. Uiterlijk zes weken na deze beschikking kunt u bezwaar (en eventueel beroep) aantekenen.
  • Uiterlijk zes weken na 1 augustus volgt uitbetaling door de Belastingdienst.


Beoordeling
UWV beoordeelt het recht op de tegemoetkomingen en de hoogte ervan op basis van de bij deze instantie of de gemeente beschikbare gegevens over de doelgroep en de gegevens in de polisadministratie.

Correctieberichten vóór 1 mei
De termijn waarbinnen een LKV moet worden aangevraagd is anders dan bij de huidige premiekorting. Premiekorting kon u achteraf, zelfs enkele jaren later, nog claimen. Bij het LKV kan dat niet: uitsluitend correctieberichten die u doet vóór 1 mei van het komende jaar worden meegenomen bij het berekenen van het LKV. Als u dit nalaat, gaat uw recht op LKV verloren.

3. Boete bij verzuim

Als u een aanvraag LKV voor een werknemer heeft gedaan die niet aan de voorwaarden voldoet, is sprake van een verzuim waarvoor de inspecteur u een bestuurlijke boete van maximaal €1.319 per verzoek per jaar kan opleggen. Ook het verstrekken van onjuiste gegevens in de loonaangifte kan als verzuim worden aangemerkt met dezelfde boete.

Wie vallen binnen de doelgroep banenafspraak?

  • Mensen die onder de Participatiewet vallen en van wie UWV heeft vastgesteld dat zij niet 100% van het wettelijk minimumloon kunnen verdienen.
  • Mensen met oude Wajong of Wajong 2010 die kunnen werken.
  • Mensen met een WSW-indicatie.
  • Mensen met een WIW-baan.
  • Mensen met een ID-baan.
  • Mensen die tussen 10 september 2014 en 1 juli 2015 een Wajong-uitkering hebben aangevraagd, en van wie de aanvraag is afgewezen.
  • Leerlingen en schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs (vso), die na 1 april 2016 bij UWV een verzoek hebben ingediend om opgenomen te worden in het doelgroepregister (maandelijks geactualiseerd).
  • Schoolverlaters van het schooljaar 2014?2015 van het praktijkonderwijs (pro) voortgezet speciaal onderwijs (vso) en de entreeopleiding in het mbo, die tussen 1 juli 2015 en 1 oktober 2015 door hun school aan UWV zijn doorgegeven (eenmalig toegevoegd).


De ‘oude’ premiekortingen

  • Premiekorting in dienst nemen oudere uitkeringsgerechtigden (56 jaar en ouder).
  • Premiekorting uitkeringsrechtigde jongere werknemers (tussen 18 en 26 jaar).
  • Premiekorting arbeidsgehandicapte werknemers.
  • Premievrijstelling marginale arbeid.
  • Premiekorting voor doelgroep banenafspraak.
Blijf op de hoogte nieuwsbrief

Blijf op de hoogte!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang nieuwe artikelen en updates van Visma | Raet.


Aanmelden nieuwsbrief