Wijzigingen Arbowet
Deel 3: De versterkte positie van de preventiemedewerker
Samenvatting
Eind januari stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel voor de gewijzigde Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Onder de vernieuwde wet die waarschijnlijk per 1 juli 2017 in werking treedt, gaat er meer aandacht naar preventie, verandert de rol van de bedrijfsarts en krijgt de figuur van de preventiemedewerker een sterkere positie. De OR krijgt instemmingsrecht op de persoon die als preventiemedewerker wordt aangesteld. Met de maatregelen wil het kabinet de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de preventie en de arbodienstverlening in organisaties vergroten.
In een serie van drie artikelen belichten we de gevolgen van de wijzigingen in de Arbowet voor u als werkgever. Het eerste artikel ‘Nieuwe eisen aan het arbocontract’ gaat dieper in op de nieuwe wettelijke vereisten van de overeenkomst met een arbodienstverlener, het basiscontract arbodienstverlening. Het tweede deel focust op de nieuwe rol en taken van de bedrijfsarts. In dit derde en laatste deel in deze reeks belichten we de versterkte positie van de preventiemedewerker.
Attentie!
Waar wij hierna spreken over de werknemer, ‘hij’ en ‘zijn’, kunt u ook lezen de werkneemster, ‘zij’ en ‘haar’.
1. De rol van de preventiemedewerker
Elke organisatie moet ten minste één preventiemedewerker in dienst hebben die zorg draagt voor de uitvoering van maatregelen die zijn gericht op de veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf. Deze persoon moet over voldoende deskundigheid en ervaring beschikken om de preventieopdracht naar behoren te kunnen uitvoeren. De preventiemedewerker kan een vaste medewerker zijn die deze functie naast zijn gebruikelijke taken verricht. Maar afhankelijk van de organisatiegrootte kan dit ook een fulltime functie zijn. Vaak vervult de P&O-functionaris de taken van de preven tiemedewerker. Bij bedrijven tot maximaal 25 werknemers kan ook de directeur als preventiemedewerker optreden.
Nieuw in 2017
Onder de vernieuwde Arbowet die per 1 juli in werking treedt, verandert er het een en ander rond de positie van de preventiemedewerker. Vanaf die datum:
- heeft de werkgever de instemming nodig van de ondernemingsraad (or) of personeelsvertegenwoordiging (pvt) bij zowel de keuze van de persoon van de preventiemedewerker als diens positionering in de organisatie (zie 3 hierna);
- krijgt de preventiemedewerker als aanvullende taak om te adviseren aan en samen te werken met de bedrijfsarts en de andere arbodienstverleners.
Attentie!
De preventiemedewerker wordt in veel organisaties ook wel de arbocoördinator genoemd. Anders dan de externe bedrijfsarts of arbo-adviseur is de preventiemedewerker in dienst van de organisatie.
Wettelijke taken:
het meewerken aan en uitvoeren van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)
(zie uitgebreider 2 hierna)
het adviseren en nauw samenwerken met de ondernemingsraad (or) of personeelsvertegenwoordiging (pvt) over de te nemen maatregelen in het kader van arbeidsomstandighedenbeleid
2. Vormgeven aan preventiebeleid
Volgens Artikel 13 van de Arbowet heeft de werkgever veel ruimte om het preventiebeleid zelf in te vullen. Zo moet u één of meer werknemers aanwijzen als preventiemedewerker. Zij moeten beschikken over voldoende deskundigheid, ervaring en uitrusting om hun taak - zelfstandig en onafhankelijk - naar behoren te kunnen invullen. Dit betekent ook dat de preventiemedewerker bij een juiste taakuitoefening niet benadeeld kan worden in zijn positie in de organisatie.
Actuele RI&E
Een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is een belangrijk instrument op basis waarvan de preventiemedewerker zijn taak kan invullen. Elke ontwikkeling binnen de organisatie die invloed kan hebben op de arbeidsrisico’s, zoals de aanschaf van nieuwe machines, een aanpassing of vernieuwing in productieprocessen, een reorganisatie of overname, kan immers leiden tot een andere of hogere fysieke of psychosociale arbeidsbelasting of meer werkdruk. Maar ook een verhuizing of verbouwing kan aanleiding zijn voor een actualisering van de RI&E. Om een lang verhaal kort te maken, een actuele RI&E beschrijft de risico’s waarvan de preventiemedewerker ‘verstand’ moet hebben.
3. Het instemmingsrecht van de OR
De vernieuwde Arbowet schrijft voor dat de ondernemingsraad (or) of personeelsvertegenwoordiging (pvt) instemmingsrecht krijgt over de persoon die de functie van preventiemedewerker gaat invullen en zijn positie binnen de organisatie. Dit geldt niet voor de zittende preventiemedewerker, maar wel voor nieuwe preventiemedewerkers.
Instemming ≠ overeenstemming\
Het kabinet heeft er bewust voor gekozen het medezeggenschapsorgaan (or of pvt) instemmingsrecht te geven. Dit is iets anders dan overeenstemming te verlangen bij de benoeming van de preventiemedewerker. Bij de eis van overeenstemming kan de werkgever namelijk geen vervangende instemming vragen aan de kantonrechter als werkgever en medezeggenschapsorgaan het onverhoopt niet eens worden over de benoeming.
RI&E en Plan van Aanpak
Op het punt van gezond en veilig werken speelt de or overigens al een rol. Besluiten over de arbeidsomstandigheden vallen al onder het instemmingsrecht en moeten goedkeuring krijgen van de or of pvt. Denk hierbij aan:
- het opstellen en uitvoeren van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E);
- het opstellen en uitvoeren van het Plan van Aanpak;
- het kiezen van een arbodienstverlener en de vormgeving van het contract.
Attentie!
De preventiemedewerker is niet eindverantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid op het werk. Dat is en blijft de werkgever!
Meer weten?
Wil je graag meer weten wat Visma | Raet voor jou kan betekenen? Laat dan je gegevens achter. We nemen dan snel contact met je op!
4. Advisering aan bedrijfsarts of arbodienst
Nieuw is ook dat de preventiemedewerker het wettelijk recht op overleg met de bedrijfsarts of arbodienstverlener krijgt. In het tweede artikel in deze serie is de versterking van de rol van de bedrijfsarts al toegelicht. Deze figuur moet voortaan eerder worden betrokken in het preventiebeleid, en dus niet pas bij verzuim. De preventiemedewerker, die immers deel uitmaakt van de organisatie en signalen kan ‘zien’ op de werkvloer, kan nu een belangrijke adviserende rol nemen en de bedrijfsarts of arbodienst uit eigen beweging raadplegen bij kort verzuim of klachten die mogelijk kunnen leiden tot langdurig verzuim.
5. Wat moet u doen?
U krijgt een jaar de tijd om het bestaande contract met een arbodienst of bedrijfsarts aan te passen. Ga in eerste instantie na welke behoefte aan deskundige ondersteuning u heeft heeft als het gaat om veiligheid, gezondheid, verzuim en/of duurzame inzetbaarheid. Betrek hier de preventiemedewerker of arbocoördinator en het medezeggenschapsorgaan in uw organisatie bij. Beoordeel of uw huidige arbodienstverlener de arbobehoeften dekt. Pas vervolgens het bestaande contract inhoudelijk aan aan de eisen van de vernieuwde Arbowet.
Aanpassing branche-RI&E
Als uw organisatie gebruikmaakt van een RI&E-instrument voor uw branche, komen onder het hoofdstuk arbozorg en organisatie van de arbeid stellingen/vragen voor die betrekking hebben op preventiemedewerkers, de bedrijfsarts en arbodiensten. Met de inwerkingtreding van de vernieuwde Arbowet zullen veel toelichtingen bij deze stellingen/vragen niet langer up-to-date zijn. Dit vraagt wellicht een aanpassing van de branche-RI&E. Uw arbodienstverlener zal u op dit punt nader informeren.
Blijf op de hoogte!
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang nieuwe artikelen en updates van Visma | Raet.